Over de verplichting om de Torah te bestuderen en de verplichting om de heilige Hebreeuwse taal te leren
Al chowat limud haTora uleshonah hakedosha
על חוֹבת למּוּד התּוֹרה וּלשׁוֹנהּ הקּדוֹשׁה
De Wet van Mozes beveelt iedereen die deze volgt: de Wet te bestuderen en te begrijpen.
De wet was geschreven en gegeven aan Mozes en aan onze voorouders in Bijbels Hebreeuws, dat betekent in de taal welke we gewend zijn te noemen de heilige taal לשׁוֹן הקּדשׁ leshon hakodesh. Een accuraat en correct begrip van de tekst van de Wet, alsmede begrip van gebeden vereist kennis van de heilige taal (omdat de Wet en de gebeden beide door de karaïten in bijbels hebreeuws worden gelezen). Daarom hebben onze leraren van het geloof bepaald als een verplichting om de taal te bestuderen en vertrouwd te zijn met de heilige taal, inclusief de grammatica, tenminste in de mate dat iedere karaïet de Heilige Schrift en de karaïtische gebeden kan lezen, begrijpen en uitleggen.
Het bovengenoemde is bevestigd door de volgende passages in de Heilige Schrift:
En Mozes riep heel Israël op en zei tegen hen: Hoor Israël de wetten en rechtsvoorschriften die ik heden ten aanhoren van jullie afkondig; zodat je ze leert en je er nauwkeurig aan houdt en ten uitvoering brengt. (5M 5:1)
En je zult ze je kinderen leren door er over te spreken als je thuis zit en als je onderweg bent, als je gaat slapen en als je opstaat. (5M 11:19)
Je moet ze voor je kinderen telkens weer herhalen en er over spreken als je thuis zit en als je onderweg bent, als je gaat slapen en als je opstaat. (5M 6:7)
Leg dit wetboek geen moment terzijde en verdiep je er dag en nacht in, opdat je je aan alles houdt wat erin geschreven staat. Dan zal alles wat je onderneemt voorspoedig verlopen. (Jozua 1:8)